Rampen – terras

Wat zeer veel voorkomt is het probleem van niet-gedraineerde terrasvloeren.  Men plaatst een dichting, meestal op basis van een bitumenvlies, en daar plaatst men een terrasvloer op in een mortelbed.  Een terrasvloer moet echter steeds drainerend geconcipieerd worden om geen vochtproblemen te hebben.  Dit wil zeggen dat er een drainagemat in het vloerpakket moet gestoken worden met een afzonderlijke afvoer; of dat men tegels op tegeldragers of draintegels moet plaatsen; of dat de ondergrond zelf drainerend moet zijn (bijvoorbeeld een bedding in gestabiliseerd zand als het om vloeren op volle grond gaat).

In dit geval kwam zulk een ongedraineerde terrasvloer voor op een vloerplaat boven een hobbyruimte.  Door het ontbreken van de drainage kwam veel vocht voor in het vloerpakket, wat zich uitte in continu natte voegen waarop zich dan mossen of algen gaan vormen.  In vorstperioden vriest zulk een terras ook stuk met barstvorming tot gevolg of het loskomen van de hele terrasvloer.  Zover was de aftakeling hier nog niet gevorderd.

Het feit dat er vocht in het vloerpakket voorkomt is niet abnormaal te noemen.  Het voegwerk van tegelvloeren is immers nooit waterdicht.  Zeker niet als het om vloeren gaat in een buitenomgeving.  Door temperatuurschommelingen zullen de tegels immers gaan uitzetten of krimpen, waardoor fijne barstjes ontstaan in dit voegwerk die dan water doorlaten.  Door de vlakke aard van een terras heeft traag afvloeiend (of helemaal niet afvloeiend) water dan alle tijd om te infiltreren.

Hier kampte men nog met andere problemen.  De waterdichting onder de terrasvloer werd rondom niet voorzien van een opstand, waardoor al het water dat in de vloerbedding doorsijpelde zich opstapelde boven de waterdichting en ging overlopen aan de randen.  Hierdoor werd de onderliggende spouwmuur aan de achterzijde van het terras doordrongen van het vocht, waardoor ook hier weer vorstschade begon op te treden.  Ook de wand van een kleine berging achter dit terras (in het verlengde van de hiervoor beschreven spouwmuur) werd ernstig aangetast, tezamen met alle installaties die erop werden aangebracht.

Aan de binnenzijde van de onderliggende hobbyruimte kwamen uiteraard ook veel vochtproblemen voor ter hoogte van de achterste wand.  De stalen ligger boven het raam was flink aan het roesten gegaan en het raam zelf, inclusief het raamtablet, werd voortdurend bevuild door afdruipend water.

De binnenwanden van de hobbyruimte moesten volledig afgekapt worden om opnieuw te kunnen bezetten.  Het vals plafond moest vervangen worden.  Het terras werd opgebroken en voorzien van een degelijk afgewerkte waterdichting.  De tegels werden op tegeldragers geplaatst.  De achtergevel en al wat errond zat werd gerenoveerd.  Dit bracht flinke kosten met zich mee.  Deze kosten hadden vermeden kunnen worden als de vorige aannemer zijn werk en met kennis van zaken correct had uitgevoerd.  Deze partij was echter niet meer terug te vinden.  De bouwheer heeft dus al deze kosten op zich moeten nemen.  Indien de bouwheer toentertijd een architect onder de arm had genomen konden deze problemen vermeden worden.  De kosten die ermee gepaard gingen liepen veel hoger op dan het ereloon voor zulk een architect.  Wat nogmaals bewijst dat een goed architect zijn ereloon dubbel en dik doet terugverdienen.