De opdrachtgevers zijn een koppel met 1 kind, dat inwoont op de boerderij van zijn ouders. Het vroegere woonhuis was echter te klein om er met 2 gezinnen in te wonen. Daarbij komt dat de ouders al een dagje ouder werden, waardoor gedacht werd aan het verbouwen van de woning naar een kangoeroewoning, waarbij de ouders op hun gelijkvloers blijven wonen en de zoon met vrouw en kind op de verdieping gaan wonen. Er werd beneden een slaapkamer opgegeven om er een traphal in te maken, het weinig hellend dak werd weggehaald en er werd een nieuw steiler dak opgetrokken, waarin dan woonvertrekken ondergebracht werden. Daarbij restte nog een zolder in de punt van het dak en werd er een zonneterras aan de zuidkant voorzien. Aan de voorzijde (O-zijde) moest een groot raam voorzien worden omdat mevrouw graag met plantjes bezig is. De O-zijde is daarvoor ideaal (enkel ’s morgens directe zon als ze nog niet heet is).
Omdat de bestaande zoldervloer niet dik genoeg voorzien werd indertijd werd een houten roostering over deze vloer heen geplaatst als drukverdeler en tegelijk ook als trekker voor de nieuwe dakspanten. In die roostering moesten stalen liggers voorzien worden voor een waterbed.
Door het groot raam aan de voorzijde heeft het koppel zicht op de grote baan, die wat verder af ligt. Rondom moest er ook uitzicht mogelijk zijn, zodat de jonge boer zijn velden in het oog kon houden en om de verbondenheid met de natuur zo groot mogelijk te houden.