Ik werd in juli 2006 aangesteld door de Rechtbank van 1ste Aanleg van Antwerpen, in kortgeding, voor een zaak tussen een ramenfabrikant (+) en zijn leverancier van kitproducten.
De ramenfabrikant wou zijn cliƫnten de kans bieden om, in de afdeling houten ramen, de beglazings-kitvoegen mee te kunnen schilderen. Met siliconen is dit niet mogelijk, maar zijn leverancier van kitproducten bood hem een alternatief: MS-polymeren, een kitproduct dat wel overschilderbaar is. Gedurende 4 jaar gebruikte de ramenfabrikant deze kitproducten.
Er ontstonden echter allerlei problemen. De kitvoegen gingen stuk onder invloed van UV-licht, onderdeel van het daglicht, zeker bij sterke zon. Dit had als gevolg dat de weekmaker (ftalaat) uit de kitvoegen sijpelde en zo de ruiten voortdurend vettig maakte en dat de kitvoegen plakkerig bleven. Onmogelijk om deze ramen proper te houden. Bij het minste stof dat buiten rond waait zijn de kitvoegen direct terug vuil. Er was zelfs een eigenares die op punt stond haar kuisvrouw te ontslaan omdat ze dacht dat ze geen ruiten kon kuisen.
Het werd echter nog erger. Doordat de weekmaker uit de kitvoegen sijpelde werd die ook weggespoeld door de regen, waardoor de kitvoegen krompen, loslieten van het glas of van het hout, craqueleerden, verbrokkelden, uiteen vielen, uit de voegsponning vielen, verdwenen, … Hierdoor stond de glassponning open waardoor er bij slagregen zeer veel water kon binnen komen, wat niet allemaal kon opgevangen worden via de drainage van de glassponning. Hierdoor liep er veel water langs binnen uit de ramen met veel waterschade tot gevolg. Raamtabletten in MDF werden 3-dubbel in dikte, parketvloeren ging omhoog staan of kwamen los, gordijnen werden vuil, bepleisteringen gingen stuk, …
Het probleem lag echter niet alleen in de stuk gaande kitvoegen, doch zeker ook in de degelijkheid van het schrijnwerk zelf. Vele rubbers van opengaande vleugels sloten niet aan op het vaste kader, waardoor het lekwater gemakkelijk kon binnen sijpelen via spleten rond deze rubbers. Sommige raamvleugels waren ook krom getrokken, waardoor het aansluiten van de rubbers niet eens mogelijk was. In sommige gevallen ontbrak de drainage van de glassponning, waardoor het niet anders kon dan dat al het lekwater, dat in deze sponning terechtkwam, naar binnen moest doorsijpelen.
De moeilijkheid van deze expertiseprocedure was de omvang. Toen ik aangesteld werd in kort geding ging het om 6 werven, die bezocht moesten worden. Tijdens de installatievergadering vroeg de ramenfabrikant om er nog 6 aan toe te voegen. Er werd afgesproken om deze 12 werven te bezoeken en een verslag op te stellen, zodat partijen konden onderhandelen over een oplossing en een procedure voor nog te melden probleemwerven.
Partijen kwamen er niet uit, dus stapte de ramenfabrikant naar de Rechtbank ten gronde om me opnieuw te laten aanstellen, ditmaal om een lijst van 48 probleemwerven te bezoeken. Dit gebeurde. Het probleem was echter dat onderaan mijn nieuwe opdracht een regeltje stond dat alle probleemwerven, die in de loop van de expertiseprocedure nog gemeld zouden worden, ook bezocht moesten worden. Het werden er uiteindelijk 223, waarvan er slechts 166 bezocht konden worden !!!
In het totaal duurde de expertiseprocedure 11 jaar, ik reed voor dit dossier 15.163 km in heel Belgiƫ, Nederland en Noord-Frankrijk. Ik stelde een (eind)verslag op van 303 bladzijden, doch dit moest niet meer neergelegd worden. Toen dit eindverslag ongeveer klaar was kreeg ik de melding dat de ramenfabrikant failliet ging en dat de curatoren opnieuw in onderhandeling gingen met de leverancier van de kitproducten. Na enkele maanden kwamen zij tot een regeling, zodat ik mijn opdracht kon afsluiten.
Hoeveel de expertiseprocedure gekost heeft ga ik maar achterwege laten, maar het was een bedrag met 6 cijfers.